Koolmees (Parus major)
De koolmees is een zangvogel uit de familie van echte mezen (Paridae).
Uiterlijk
De koolmees heeft een zwarte kruin, witte vlekken op zijn wang, een gele borst waar een zwarte band op zit. Veel mensen noemen dit ook wel een stropdas. Volwassen koolmezen zijn ongeveer 14 centimeter groot. Ze wegen gemiddeld 17 gram. Volwassen koolmezen hebben een spanwijdte van 22,5 tot 25,5 centimeter. Je kan mannetjes en vrouwtjes makkelijk uit elkaar houden: mannetjes hebben een bredere stropdas, meer zwart tussen de poten en op hun kop hebben ze meer glans.
leefgebied
Koolmezen leven vooral in gebieden waar bos is. Koolmezen zijn ook heel vaak te zien in tuinen waar veel groen is. Ze zijn niet bang want ze eten soms zelfs pinda’s uit de hand. Ook vinden koolmezen het erg fijn om in de winter van het eten te eten wat mensen in de tuin hebben gelegd voor de vogels. Als je de koolmees wilt spotten is het handig om in de winter voldoende eten in de tuin te hebben voor vogels. Ook vinden vogels het fijn als er groen in de tuin is.
Nestjes
Wanneer 2 koolmezen elkaar gevonden hebben gaan zij op zoek naar een nest. Ze broeden vaak in een boomholten of in een nestkastje. Het nestje zelf bestaat uit: mos, haren, veren, bladeren, takjes of ander zacht materiaal. Als het nestje helemaal klaar is kan het vrouwtje eieren gaan leggen. Ze legt 1 ei per dag. Als ze genoeg eieren heeft begint ze met broeden. Als het vrouwtje aan het broeden is zorgt het mannetje voor eten. Twee weken later komen de eitjes uit en dan voeren beide koolmezen de jongen. 16 tot 23 dagen later verlaten de jongen het nest. De ouders leren hun jongen dan hoe ze voedsel moeten zoeken. Dat is niet zo makkelijk want overal zijn roofdieren op de loer.
Voedsel
- Insecten
- Larven
- Zaden
- Bessen
- Knoppen
- Noten
koolmezen eten ook veel van eten wat de mensen neerleggen in de tuin zoals: vetbollen, pinda’s en andere lekkernijen voor de vogels.