Pimpelmees (Cyanistes caeruleus)

De pimpelmees (Cyanistes caeruleus) is een mees. De pimpelmees komt in bijna heel Europa voor.

Leefgebied 

Pimpelmezen leven in bossen, tuinen en nog veel maar plaatsen waar groen is. Ze zijn ook vaak in tuinen te zien omdat ze afkomen op het voedsel wat daar is opgehangen.

Uiterlijk

Volwassen koolmezen: 11-12 centimeter groot, ze hebben een spanwijdte van 17 tot 20 centimeter en ze wegen ongeveer 12 tot 15 gram. Pimpelmezen hebben een blauwe kruin, staart en ook de vleugels zijn blauw. De onderkant van en pimpelmees is geel.

Nestje

Als een 2 pimpelmezen elkaar gevonden hebben gaan zij op zoek naar een nest. Ze broeden vooral in boomholten en in nestkastjes. Voor het nestje gebruiken zij: mos, haren, veren, bladeren, takjes en ander zacht materiaal. Als het nestje klaar is kan het vrouwtje eitjes gaan leggen. Het vrouwtje legt er 1 per dag. Ze gaat pas broeden al zijn er 10 eitjes. Het mannetje zorgt voor voedsel als het vrouwtje aan het broeden is. Na 2 weken broeiden komen de eitjes uit. Nu zorgen het mannetje en het vrouwtje voor voedsel. 16 dagen later kunnen de jongen het nest verlaten. Het duurt soms wel een dag voordat alle jongen het nest verlaten hebben. Als de jongen het nest uit zijn, zorgen de ouders nog een poosje voor hen. Ze leren hoe je aan eten moet komen en hoe je uit de hand van de roofdieren blijft. Vooral in de eerste dagen als de pimpelmeesjes nog niet goed kunnen vliegen liggen de roofdieren op de loer.

Voedel

  • Insecten
  • larven
  • Spinnen
  • Bladluizen
  • Nectar
  • Zaden

Ook eten veel pimpelmezen van het eten dat mensen in de tuin hebben: vetbollen, pinda’s en nog meer lekkernijen voor de vogels.