Konijn (Oryctolagus cuniculus)
Konijn (Oryctolagus cuniculus) is een zoogdier en komt uit de familie der hazen en konijnen. Je heb tamme en wilde konijnen. Wilde konijnen leven in de natuur en tamme konijnen worden vaak als huisdier gehouden.
Konijnen leven in holen en hebben daarom een voorkeur voor zandige bodems waarin het makkelijk graven is. Ze houden het meest van halfopen landschappen zoals perken, tuinen en bosranden en komen niet graag op vochtige plekken zoals moeras en veen of zware klei, omdat ze daarin geen holen kunnen graven. In de duinen zijn konijnen belangrijke grazers. Konijnen zijn vaak in de schemering of in de nacht actief. Een konijn houd geen winterslaap en is dus in de winter ook actief.
Konijnen behoren niet tot de knaagdieren, al wordt dit vaak gedacht. Knaagdieren hebben in het bovenste deel van het gebit maar twee snijtanden, terwijl haasachtigen er vier hebben, waarvan de twee stifttanden achter de bovenste snijtanden staan.
Konijnen zijn heel kwetsbaar voor ziekten en dan vooral voor myxomatose en rabbit haemorrhagic disease (RHD), twee virusziekten. Als een konijn zo’n ziekte eenmaal heeft, is het meestal niet meer te redden. Een tam konijn kan ingeënt worden maar een wild konijn niet.
Het konijn leeft van plantaardig voedsel:
- Grassen
- Kruiden
- Knollen
- Planten
- Bast
- Akkergewassen als graan en kool
Op onze tuin komen wilde konijnen voor.